Afgelopen zaterdag mocht ik met pastora Sandra, of mama Sandra zoals ze genoemd wordt, op stap om eten rond te brengen in the Village. Achter in de 70 is ze en ze zorgt al tien jaar onafgebroken voor de minderbedeelden. De eerste zeven jaar was ze te vinden in Rancho, een achterstandswijk in Oranjestad. De laatste drie jaren houdt ze zich op in San Nicolas, eerst op een straathoek, nu in the Hub.
Met haar woorden “you come” werd ik deze keer uitverkoren om met haar mee te gaan. Ik had geen keus of het me uitkwam of niet, het was besloten en zou worden uitgevoerd. Ik regelde dat mijn gasten, die met mij meegereden waren, door Sean teruggebracht zouden worden en vouwde me in de volgeladen auto van mama Sandra. Haar niet al te grote auto was volgestouwd met pan (brood), sòpi (soep), cuminda cayente (een warme maaltijd) in kartonnen bakjes en juice (veel te zoete ice-tea). Eenmaal onderweg stel ik haar wat vragen. In korte zinnen probeert ze een zo duidelijk mogelijk antwoord te geven in het beetje Engels dat ze kent. Ze spreekt voornamelijk Spaans en Papiamento. Niet al te handig voor mij, want hoewel ik mijn best doe om Papiamento en Spaans te leren, blijf ik voor een normaal gesprek toch echt nog steken in Engels en Nederlands. Maar ze geeft niet op en vertelt dat ze met 34 vrouwen contact heeft die in de prostitutie werken. Iedere week eet ze met deze vrouwen en luistert ze naar hun verhalen.
Aangekomen bij de eerste huizen, vraagt ze me wat van het eten en drinken naar binnen te brengen en voor de bewoners te bidden. Ik doe het met liefde. De huisjes zijn met recht klein te noemen en sommige zijn nauwelijks bewoonbaar. Maar de mensen zijn vriendelijk en heel dankbaar, zowel voor het eten als het bidden. In één van de huizen zijn een paar mensen bedlegerig. Ik neem even tijd voor ze. Wanneer ik weer buiten kom is mama Sandra verdwenen, dus ik besluit op de gok een straat verder te kijken. Daar vind ik de auto terug, maar van mama Sandra zelf geen spoor. Een aardige buurvrouw wijst me de weg, ik vind haar terug bij een oma met een klein kindje op de arm. Terwijl we nog staan te praten, komt een jonge vrouw ons halen. Ze vraagt of we eten voor haar en haar vijf kinderen hebben. Helaas is al het eten op. Mama Sandra blijkt haar te kennen en loopt met haar mee naar haar huis om de kinderen te begroeten. Ik volg. Bij het huisje aangekomen komen alle kinderen de straat oplopen. Mama Sandra vraagt of ik voor haar en het gezin kan bidden. Het is nodig, zij hebben geen eten en mama Sandra heeft niet genoeg geld om eten voor het gezin te kopen. Ze wil graag voor ze zorgen, maar dat kan nu niet. Vader is verslaafd aan alcohol en drugs en slaat zijn vrouw en kinderen als hij thuis is. Ik vraag de kinderen om dicht bij ons te komen staan. Zo, midden op straat bid ik voor hen allemaal. Moeder en één van de kleine kinderen huilen stille tranen.
We zijn klaar. Met een gebroken hart voor dit gezin stap ik weer in de auto. Op de terugweg bidden we hardop nog wat woorden. We rijden langs een aantal vrouwen in veel te kleine portieken. Mama Sandra heeft een vriendelijk woord voor hen allemaal. Bij terugkomst geef ik mama Sandra een dikke knuffel. Huilend rij ik terug naar huis.
Aanvulling: Kort na het schrijven van deze blog kreeg ik het bericht dat mama Sandra is overleden. Wat zal het feest zijn in de hemel.