019 – Over rupsen en vlinders

In onze tuin staat een milkweed plant. Dit is de enige plant waarop de Monarch vlinder eitjes legt. Deze eitjes worden rupsen en deze rupsen eten zich helemaal rond aan de plant. Wanneer ze voldoende hebben gegeten verpoppen ze zich in een prachtige pop, groen met een goud randje. Het potentieel is daar en we weten dat als de pop het acht dagen op rij overleeft, er een prachtige vlinder uit komt. We hebben het zien gebeuren. Zo mooi!

Maar we zagen ook verschillende keren dat de pop was aangevreten door vliegjes. Het mooie en beloofde potentieel werd nooit geboren. En eerlijk gezegd, dat voelt best beroerd. Zelfs als het maar over één enkele kleine vlinder gaat. Daarom had Hanneke wat bedacht. Zodra een rups zich had verpopt, haalde zij de pop van de plant af en hing hem aan ons prikbord. Zo bleven veel rupsen gespaard en zagen we dag na dag prachtige vlinders uit hun pop tevoorschijn komen.

In San Nicolas woont een meisje dat regelmatig naar de tienerclub komt. Het is de enige plek waar ze zichzelf kan en mag zijn. Natuurlijk, er worden grenzen aan haar gedrag gesteld, maar als ze een capuchon wilde dragen dan was dat vanaf het begin okee en als ze iets vreemds deed of zei, dan werd daar goed mee omgegaan. Ze praatte vaak met een donkere stem en hield een stoere en semi-verlegen houding aan. Het was niet makkelijk om met haar te communiceren. Hoewel ze prima Engels en Nederlands verstaat, kwamen al haar antwoorden terug in verongelijkt Papiaments gemompel. Of ze draaide haar hoofd weg, verschool zich in haar capuchon en keek de andere kant op. Afgelopen zaterdag bracht ik haar naar huis en het viel me op dat ze er verzorgd uitzag. Ze droeg niet langer die eeuwige capuchon en ze had mooie dreadlocks en een nette bril op haar hoofd. Ze keek helder uit haar ogen en ze praatte met de andere kinderen in de bus op een lichte toon, zoals ik nog niet eerder had gehoord. Ik heb natuurlijk geen idee wat precies maakt dat ze zo veranderd is, maar wat mij wel opviel is dat ze zich vrij voelde en contact maakte. En toen ik haar thuis afzette en haar een fijne avond wenste, kreeg ik zowaar een glimlach terug. Mooi om te zien hoe de tienerclub als een soort van prikbord mag fungeren voor de jongeren die zich nog moeten ontpoppen. Voor mij was dit een avond met een gouden randje.

018 – Uitzicht tot aan de voordeur

Gisteren reed ik samen met Willem en Arnold rond in San Nicolas om the Village beter te leren kennen. We hoopten zo een paar mensen tegen te komen die we konden spreken. Eigenlijk was onze doelstelling om gewoon in de wijk te zijn en te zien wat God voor ons in petto had. Voor resultaatgerichte Nederlanders is dat misschien niet de meest gewenste manier van werken, maar met andere manieren van werken kom je hier niet verder. Alles is gebaseerd op relaties. Ken je iemand die jou vertrouwd, die iemand anders kent die jou kan helpen, dan kom je binnen. En anders niet. Aanwezig zijn in de wijk is dus het beste wat we kunnen doen. We komen mensen tegen, laten ons gezicht zien, maken een praatje en volgende week doen we dat weer. Zo leren de wijkbewoners ons stukje bij beetje kennen en wij hen. Willem had vandaag een gesprek met een mevrouw die in het midden van the Village op een bankje crack zat te roken. Arnold wist op een heel toegankelijke manier verbinding te maken met verschillende bewoners om van hen iets meer te horen over de wijk. En ik kwam mijn verslaafde Jamaicaanse vriend tegen. Hij woont al vijftien jaar in the Village en hij beloofde om rond te vragen en met meer informatie te komen over het basketbalveld in het midden van de wijk. Vandaag kwamen we ook Lina[1] weer tegen. Deze bijzondere vrouw is een aanspreekpunt in the Village en ontfermt zich regelmatig over groepen kinderen door voor hen activiteiten te organiseren. Voor mij was het de derde keer dat ik haar sprak en deze keer bood ze aan om binnenkort met ons door de wijk te rijden. Ik heb de uitnodiging dankbaar aanvaard en gelijk een afspraak gemaakt voor volgende week. Voor nu werken we dus vooral met uitzicht tot aan de voordeur. Verder komen we nog niet. Maar door trouw te zijn en steeds terug te komen, kloppen we elke keer zachtjes op elke voordeur die we zien. Wie weet geeft God ons de mogelijkheid om verschil te maken voor de mensen in deze wijk. 


[1] Gefingeerde naam

017 – Een leeg huis

Na vier maanden samenleven met twee andere gezinnen in één huis, is ons huis nu weer leeg. Het grootste gedeelte van die tijd hebben we tien extra mensen in huis gehad. Bijzonder om te merken dat dit zo goed ging. Ja, we moesten er een stuk privacy voor opgeven en dat was niet altijd makkelijk om te doen. En het was vaak een drukte van belang om met zoveel mensen rekening te houden. Maar het was ook een zegen dat er mensen waren die bijsprongen in een voor ons niet al te makkelijke tijd. Nu is het huis weer leeg en het is vooral stil hier. Wat een verandering, we konden het ons bijna niet meer voorstellen hoe het was om met zijn drieën te zijn. We genieten ervan en tegelijkertijd zijn we dankbaar voor de tijd die we hebben gehad en de extra zaadjes die door de aanwezigheid van deze gezinnen in Aruba konden worden geplant. Gaan we dit nog een keer voor vier maanden doen? Nee, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kunnen we zeggen dat het niet goed is voor ons als gezin om dit nog een keer op dezelfde manier te doen. Niet omdat we niet opnieuw zo gastvrij willen zijn, maar simpelweg omdat in dit 7×24 uur werk goede zelfzorg essentieel is. Toch overheerst de dankbaarheid voor het met dertien mensen samenleven in de afgelopen tijd. God heeft ons allemaal voldoende rust, genade, wijsheid, kracht, dienstbaarheid, humor en doorzettingsvermogen (lees: liefde) gegeven om dit met elkaar op een goede manier te doen.

Hoe goed is het, hoe heerlijk om als broers bijeen te wonen! Daar geeft de Heer Zijn zegen: leven voor altijd.

016 – Samen verder

Net voor oud en nieuw hebben we afscheid genomen van mama Sandra (zie mijn blog nr. 009). In de laatste weken van december werden de ministries die zij achterliet ad hoc voortgezet. Annelies coördineerde de boel prima, maar niet iedereen was iedere week beschikbaar en het is hier ook gebruikelijk om tijdens de feestdagen bij je familie te zijn. Dus het was zoeken. Onder de betrokken vrijwilligers was er aardig wat onzekerheid over hoe het nu verder moest. Zou iedereen blijven helpen? Wie zou wat willen oppakken? Vragen waar we eind december geen van allen het antwoord op hadden. Zeker omdat het om drie groepen mensen ging; de vrouwen, de daklozen en de families.

Gelukkig organiseerde Annelies een overleg. Wonder boven wonder zaten er zeven verschillende partijen aan tafel die allemaal bereid waren een stukje op te pakken. Het rooster voor de opvang van daklozen op zaterdagochtend was al gemaakt en gevuld. Er zijn vier teams die iedere vier weken een keer aan de beurt zijn. Gelukkig waren er ook mensen aanwezig die graag het contact met de vrouwen verder willen opbouwen. Mama Sandra deed dit met verve en eigenlijk waren deze vrouwen de kern van haar ministry. Ze zag ze bijna iedere week. Ik ben er blij mee dat ook dit werk doorgaat en dat de vrouwen een aanspreekpunt houden.

Wij mogen ons (samen met anderen) richten op de families in the Village (San Nicolas). Dit werk sluit naadloos aan bij onze missie en ik ben dankbaar hoe we hier eigenlijk als vanzelf in mogen stappen.

Na het overleg stonden we nog even na te praten en hebben we ons verbaasd over hoe mama Sandra aan het begin van de zomer nog alles alleen deed. Nou ja alleen, wel met God dan. Hoe bijzonder is het dat God haar ministry na die tijd een onderkomen gegeven heeft in de Hub en allemaal verschillende mensen op haar pad heeft gebracht die het werk nu kunnen overnemen. Zo mogen we samen verder opbouwen wat God met alleen mama Sandra is begonnen.

015 – Vissers van mensen

Afgelopen vrijdag was ik ’s ochtends aan het lezen in de Bijbel. God had mijn aandacht getrokken naar het Bijbelboek Johannes. En terwijl ik door de hoofdstukken in Johannes heen las, werd mijn gedachten bepaald bij specifieke stukjes tekst. Het ging er onder andere over hoe Jezus in de Vader is en wij in Jezus en Jezus in ons (Johannes 14:20). Terwijl ik bedacht wat een zegen het is dat Jezus ons de Heilige Geest heeft gestuurd en dat Hij daardoor nog steeds bij ons is, had ik het idee dat ik over dit Bijbelgedeelte mocht gaan preken. Maar omdat ik verder wilde lezen, zette ik de gedachte hieraan opzij. 

Nog geen vijf minuten later werd ik gebeld door een bevriende pastor hier op het eiland. Hij vertelde me dat hij ziek was geworden en dat hij met zijn hele gezin in quarantaine moest. Of ik op 2 januari wilde preken in zijn kerk. Ik schoot in de lach en kon met zekerheid zeggen dat God al aan me had duidelijk gemaakt dat ik ‘ja’ mocht zeggen en dat ik zelfs al wist waarover het moest gaan. Hoe heerlijk is het als God zo dichtbij is dat we elke dag met Hem mogen leven. Hoewel het vaak genoeg zo is dat ik Hem niet, of niet op tijd versta, hoop ik oprecht dat dit een voorbode is van hoe dichtbij God dit jaar bij ons allemaal wil zijn. Dat Hij ons, doordat Hij iedere dag met zijn Geest in ons werkt, verrassend vaak vissers van mensen maakt. Gezegend nieuwjaar!

Gezegend 2022!

Inmiddels is het vier jaar geleden dat Hanneke en ik begonnen aan dit missie-avontuur. Van tevoren hadden we niet kunnen bedenken hoe dit zou uitpakken. We stapten erin met het geloof dat God voor ons zou zorgen, maar ook met de volledige onzekerheid van hoe dat er in de praktijk van alledag uit zou gaan zien. Met het aangaan van dit avontuur maakten we dus impliciet de keuze om ons volledig over te geven aan wat God ons gaandeweg duidelijk zou maken. In afhankelijkheid leven van Hem is niet gemakkelijk om te doen. Dat zei ik al toen ik nog ‘gewoon mijn eigen brood’ verdiende. Maar in de laatste vier jaar heb ik de diepere betekenis hiervan pas echt leren verstaan. 

Diep dankbaar zijn we voor alle steun die we al die tijd ontvingen. In geloof leven van giften leek ons beroerd, maar God heeft iets gedaan wat voor ons onmogelijk leek. Hij heeft in ons onderhoud voorzien zonder dat wij het verdienden. Wat een zegen! Iedere keer als ik aan het begin van een nieuw jaar een begroting maak, dan blijkt dat maar ongeveer de helft van de benodigde giften is toegezegd. En iedere keer hebben we aan het einde van het jaar alles betaald. Het kan niet, maar het gebeurt. En in de tussentijd mogen we mensen in onze achterban zegenen door hen onderdeel te laten zijn van de grote opdracht die Jezus ons allemaal heeft gegeven. 

In de wereld van vandaag is zelf de controle houden gemeengoed geworden. Je hoort je eigen centen te verdienen. Dit is niet alleen cultuur in Nederland, maar net zo goed hier in Aruba, en zelfs op de meeste plekken in de missie-wereld. Zo krijgen we vanuit die cultuur bezien regelmatig allerlei goedbedoelde adviezen over hoe we zaken aan zouden moeten pakken om een beter resultaat te krijgen. We zouden ons duidelijker moeten profileren, we zouden onze resultaten beter voor het voetlicht moeten brengen, we zouden de fondsenwerving anders kunnen aanpakken, we zouden meer en anders moeten communiceren, we zouden… 

Toen God Hanneke en mij naar Aruba riep, riep hij ons afzonderlijk in dezelfde week. Hij vertelde mij op dinsdag dat wij naar Aruba moesten gaan om daar een YWAM-basis te starten en te werken met families. Maar Hij zei er ook bij dat ik het niet aan Hanneke mocht vertellen. Op woensdag vertelde Hijzelf aan Hanneke dat we naar Aruba moesten gaan. Toen ik Hem de vrijdag daarop vroeg of ik het aan Hanneke mocht vertellen, kreeg ik de indruk dat dit okee was. Ik was vervolgens stomverbaasd om te ontdekken dat God ons allebei afzonderlijk naar Aruba riep. 

De opdracht die we kregen betekende werken via YWAM. En omdat missionair werkers in YWAM geen salaris krijgen, betekende dit ook dat we zouden gaan leven van giften. Daar kan je het mee oneens zijn (dat waren wij eerst), maar vanwege de duidelijke opdracht van God hadden we geen keus. Inmiddels ben ik er blij mee. Iedere dag word ik namelijk met mijn neus op de feiten gedrukt. God laat steeds opnieuw zien dat Hij de Opdrachtgever is van dit project en niet ik. En dus volgen we Koninkrijkprincipes: God spreekt, wij luisteren. We doen wat Hij zegt en we houden vol. Hij zorgt voor ons en dus komen we niks tekort. Mooi hè? Zo leren we dat we zelf niet alles onder controle hoeven te houden en ontvangen we diep dankbaar wat we zelf niet hadden kunnen regelen. Doe je mee? We bidden je God’s onmisbare zegen toe voor dit nieuwe jaar.

014 – Bidden voor Azië

Ergens in een niet zo voor de hand liggend land in Azië hebben Hanneke en ik vrienden. We raakten dit jaar bevriend na een digitale bijeenkomst met YWAM Family Ministries. Daarin werden we aan elkaar gekoppeld om voor elkaar te bidden. We raakten aan de praat en ontdekten dat zij in hun land een Herstelhuis runnen voor echtparen. Dat doen zij samen met een ander stel. Ze nodigen echtparen uit om voor een week in dit huis te verblijven. Tijdens die week begeleiden ze deze mensen met onderwijs en counseling door huwelijksproblemen heen. Fantastisch en zo nodig! Hanneke en ik willen op termijn ook graag zo’n huis beginnen in Aruba en dus namen we de gelegenheid te baat om van deze vrienden te leren hoe ze alles aanpakken. Het is heel inspirerend wat ze doen, maar ook gevaarlijk. Wat ze doen is in dat land niet toegestaan en de overheid grijpt actief in als ze ontdekken dat dit toch gebeurt. Onze vrienden leven dus continu met het risico om opgepakt te worden. Toch gaan ze door. Wat een geloofshelden!

Omdat niet iedereen in de gelegenheid is om hun kant op te komen, reizen onze vrienden ook door het land naar “onbereikbare” plekken. Daarvoor gebruikten ze tot voor kort hun eigen auto. Toen ze een maand geleden terugreisden van één van de bijeenkomsten waar ze gesproken hadden, kregen ze onderweg een zwaar auto-ongeluk. En zo kon het zomaar gebeuren dat er via hun contacten bij YWAM FM, over de hele wereld voor ze gebeden werd.

Gelukkig maken ze het lichamelijk gezien goed. Ze hebben nog wel wat verwerktijd nodig, en uiteraard een andere auto, maar ze zijn vol goede moed en dankbaar dat God hen gespaard heeft. Bid je mee dat ze komend jaar in goede gezondheid verder kunnen gaan met hun missie?

012 – Honderdnegentig stuks

In Aruba worden er ieder jaar in november en december ayaca’s gemaakt. Dit zijn pakketjes van maismeel, kip en groenten, verpakt in bananenbladeren, een traditioneel Venezolaans en Antilliaans kerstgerecht. Gemeenteleden van één van de kerken waar wij contact mee hebben maken ze dit met elkaar. Dat is nodig, want het kerkgebouw, wat een oud huisje is dat al meerdere keren aangepast is, barst uit zijn voegen en is nodig toe aan een opknapbeurt. Deze kerk organiseert ook iedere zaterdagavond een jeugdclub, haalt iedere zondagochtend kinderen op uit San Nicolas en is van plan om een naschoolse opvang te starten, zodat alleenstaande moeders kunnen gaan of blijven werken.

Soms worden er op zondagochtend tijdens de dienst meer dan 25 kinderen met begeleiders in een kamertje gepropt dat de helft zo groot is als onze woonkamer was in Nederland. Het gaat allemaal precies, maar eerlijk is eerlijk, ideaal is anders. En dus zijn een aantal volwassenen in de gemeente opgestaan om te helpen fondsenwerven. Het is werkelijk hartverwarmend om te zien hoe dat gaat. Over elkaars handen en voeten zijn gesproken. Iedereen doet wat. 

Hanneke en ik werden uitgenodigd om te komen helpen met het maken van ayaca’s. We hadden ze al geproefd en waren enthousiast geworden om meer over het maken van ayaca’s te leren. Aangekomen in de kerk stond de worship muziek al luid aan en werden we ingeschoven in een lopende band van mensen. Iedereen voerde zijn eigen taak uit. Zo leerde ik precies hoe groot een balletje maismeel moet zijn en hoe het geplet moet worden. Mijn buurvrouw rolde het vervolgens nog preciezer uit. Haar buurvrouw deed een exacte hoeveelheid gekruide kip op het deeg en Hanneke, die daarnaast zat, duwde op specifieke plekken rozijnen, cashewnoten, kappertjes en olijven in de kip. Daarna werd het pakketje deeg netjes opgevouwen en ingepakt in twee bananenbladeren, waarna het met touwtjes tot een mooi pakketje werd gebonden. Honderdnegentig stuks was de score aan het einde van avond. Hard werken op zondagavond. Maar zo gezellig!