018 – Uitzicht tot aan de voordeur

Gisteren reed ik samen met Willem en Arnold rond in San Nicolas om the Village beter te leren kennen. We hoopten zo een paar mensen tegen te komen die we konden spreken. Eigenlijk was onze doelstelling om gewoon in de wijk te zijn en te zien wat God voor ons in petto had. Voor resultaatgerichte Nederlanders is dat misschien niet de meest gewenste manier van werken, maar met andere manieren van werken kom je hier niet verder. Alles is gebaseerd op relaties. Ken je iemand die jou vertrouwd, die iemand anders kent die jou kan helpen, dan kom je binnen. En anders niet. Aanwezig zijn in de wijk is dus het beste wat we kunnen doen. We komen mensen tegen, laten ons gezicht zien, maken een praatje en volgende week doen we dat weer. Zo leren de wijkbewoners ons stukje bij beetje kennen en wij hen. Willem had vandaag een gesprek met een mevrouw die in het midden van the Village op een bankje crack zat te roken. Arnold wist op een heel toegankelijke manier verbinding te maken met verschillende bewoners om van hen iets meer te horen over de wijk. En ik kwam mijn verslaafde Jamaicaanse vriend tegen. Hij woont al vijftien jaar in the Village en hij beloofde om rond te vragen en met meer informatie te komen over het basketbalveld in het midden van de wijk. Vandaag kwamen we ook Lina[1] weer tegen. Deze bijzondere vrouw is een aanspreekpunt in the Village en ontfermt zich regelmatig over groepen kinderen door voor hen activiteiten te organiseren. Voor mij was het de derde keer dat ik haar sprak en deze keer bood ze aan om binnenkort met ons door de wijk te rijden. Ik heb de uitnodiging dankbaar aanvaard en gelijk een afspraak gemaakt voor volgende week. Voor nu werken we dus vooral met uitzicht tot aan de voordeur. Verder komen we nog niet. Maar door trouw te zijn en steeds terug te komen, kloppen we elke keer zachtjes op elke voordeur die we zien. Wie weet geeft God ons de mogelijkheid om verschil te maken voor de mensen in deze wijk. 


[1] Gefingeerde naam

017 – Een leeg huis

Na vier maanden samenleven met twee andere gezinnen in één huis, is ons huis nu weer leeg. Het grootste gedeelte van die tijd hebben we tien extra mensen in huis gehad. Bijzonder om te merken dat dit zo goed ging. Ja, we moesten er een stuk privacy voor opgeven en dat was niet altijd makkelijk om te doen. En het was vaak een drukte van belang om met zoveel mensen rekening te houden. Maar het was ook een zegen dat er mensen waren die bijsprongen in een voor ons niet al te makkelijke tijd. Nu is het huis weer leeg en het is vooral stil hier. Wat een verandering, we konden het ons bijna niet meer voorstellen hoe het was om met zijn drieën te zijn. We genieten ervan en tegelijkertijd zijn we dankbaar voor de tijd die we hebben gehad en de extra zaadjes die door de aanwezigheid van deze gezinnen in Aruba konden worden geplant. Gaan we dit nog een keer voor vier maanden doen? Nee, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kunnen we zeggen dat het niet goed is voor ons als gezin om dit nog een keer op dezelfde manier te doen. Niet omdat we niet opnieuw zo gastvrij willen zijn, maar simpelweg omdat in dit 7×24 uur werk goede zelfzorg essentieel is. Toch overheerst de dankbaarheid voor het met dertien mensen samenleven in de afgelopen tijd. God heeft ons allemaal voldoende rust, genade, wijsheid, kracht, dienstbaarheid, humor en doorzettingsvermogen (lees: liefde) gegeven om dit met elkaar op een goede manier te doen.

Hoe goed is het, hoe heerlijk om als broers bijeen te wonen! Daar geeft de Heer Zijn zegen: leven voor altijd.

016 – Samen verder

Net voor oud en nieuw hebben we afscheid genomen van mama Sandra (zie mijn blog nr. 009). In de laatste weken van december werden de ministries die zij achterliet ad hoc voortgezet. Annelies coördineerde de boel prima, maar niet iedereen was iedere week beschikbaar en het is hier ook gebruikelijk om tijdens de feestdagen bij je familie te zijn. Dus het was zoeken. Onder de betrokken vrijwilligers was er aardig wat onzekerheid over hoe het nu verder moest. Zou iedereen blijven helpen? Wie zou wat willen oppakken? Vragen waar we eind december geen van allen het antwoord op hadden. Zeker omdat het om drie groepen mensen ging; de vrouwen, de daklozen en de families.

Gelukkig organiseerde Annelies een overleg. Wonder boven wonder zaten er zeven verschillende partijen aan tafel die allemaal bereid waren een stukje op te pakken. Het rooster voor de opvang van daklozen op zaterdagochtend was al gemaakt en gevuld. Er zijn vier teams die iedere vier weken een keer aan de beurt zijn. Gelukkig waren er ook mensen aanwezig die graag het contact met de vrouwen verder willen opbouwen. Mama Sandra deed dit met verve en eigenlijk waren deze vrouwen de kern van haar ministry. Ze zag ze bijna iedere week. Ik ben er blij mee dat ook dit werk doorgaat en dat de vrouwen een aanspreekpunt houden.

Wij mogen ons (samen met anderen) richten op de families in the Village (San Nicolas). Dit werk sluit naadloos aan bij onze missie en ik ben dankbaar hoe we hier eigenlijk als vanzelf in mogen stappen.

Na het overleg stonden we nog even na te praten en hebben we ons verbaasd over hoe mama Sandra aan het begin van de zomer nog alles alleen deed. Nou ja alleen, wel met God dan. Hoe bijzonder is het dat God haar ministry na die tijd een onderkomen gegeven heeft in de Hub en allemaal verschillende mensen op haar pad heeft gebracht die het werk nu kunnen overnemen. Zo mogen we samen verder opbouwen wat God met alleen mama Sandra is begonnen.

015 – Vissers van mensen

Afgelopen vrijdag was ik ’s ochtends aan het lezen in de Bijbel. God had mijn aandacht getrokken naar het Bijbelboek Johannes. En terwijl ik door de hoofdstukken in Johannes heen las, werd mijn gedachten bepaald bij specifieke stukjes tekst. Het ging er onder andere over hoe Jezus in de Vader is en wij in Jezus en Jezus in ons (Johannes 14:20). Terwijl ik bedacht wat een zegen het is dat Jezus ons de Heilige Geest heeft gestuurd en dat Hij daardoor nog steeds bij ons is, had ik het idee dat ik over dit Bijbelgedeelte mocht gaan preken. Maar omdat ik verder wilde lezen, zette ik de gedachte hieraan opzij. 

Nog geen vijf minuten later werd ik gebeld door een bevriende pastor hier op het eiland. Hij vertelde me dat hij ziek was geworden en dat hij met zijn hele gezin in quarantaine moest. Of ik op 2 januari wilde preken in zijn kerk. Ik schoot in de lach en kon met zekerheid zeggen dat God al aan me had duidelijk gemaakt dat ik ‘ja’ mocht zeggen en dat ik zelfs al wist waarover het moest gaan. Hoe heerlijk is het als God zo dichtbij is dat we elke dag met Hem mogen leven. Hoewel het vaak genoeg zo is dat ik Hem niet, of niet op tijd versta, hoop ik oprecht dat dit een voorbode is van hoe dichtbij God dit jaar bij ons allemaal wil zijn. Dat Hij ons, doordat Hij iedere dag met zijn Geest in ons werkt, verrassend vaak vissers van mensen maakt. Gezegend nieuwjaar!

014 – Bidden voor Azië

Ergens in een niet zo voor de hand liggend land in Azië hebben Hanneke en ik vrienden. We raakten dit jaar bevriend na een digitale bijeenkomst met YWAM Family Ministries. Daarin werden we aan elkaar gekoppeld om voor elkaar te bidden. We raakten aan de praat en ontdekten dat zij in hun land een Herstelhuis runnen voor echtparen. Dat doen zij samen met een ander stel. Ze nodigen echtparen uit om voor een week in dit huis te verblijven. Tijdens die week begeleiden ze deze mensen met onderwijs en counseling door huwelijksproblemen heen. Fantastisch en zo nodig! Hanneke en ik willen op termijn ook graag zo’n huis beginnen in Aruba en dus namen we de gelegenheid te baat om van deze vrienden te leren hoe ze alles aanpakken. Het is heel inspirerend wat ze doen, maar ook gevaarlijk. Wat ze doen is in dat land niet toegestaan en de overheid grijpt actief in als ze ontdekken dat dit toch gebeurt. Onze vrienden leven dus continu met het risico om opgepakt te worden. Toch gaan ze door. Wat een geloofshelden!

Omdat niet iedereen in de gelegenheid is om hun kant op te komen, reizen onze vrienden ook door het land naar “onbereikbare” plekken. Daarvoor gebruikten ze tot voor kort hun eigen auto. Toen ze een maand geleden terugreisden van één van de bijeenkomsten waar ze gesproken hadden, kregen ze onderweg een zwaar auto-ongeluk. En zo kon het zomaar gebeuren dat er via hun contacten bij YWAM FM, over de hele wereld voor ze gebeden werd.

Gelukkig maken ze het lichamelijk gezien goed. Ze hebben nog wel wat verwerktijd nodig, en uiteraard een andere auto, maar ze zijn vol goede moed en dankbaar dat God hen gespaard heeft. Bid je mee dat ze komend jaar in goede gezondheid verder kunnen gaan met hun missie?

013 – Helicopter

Op maandag en donderdag ga ik (Hanneke) ’s morgens heel vroeg zwemmen bij baby Beach, helemaal op het zuidelijkste puntje van het eiland. Vandaag vloog er een helicopter van de kustwacht over en bleef in het gebied om ons heen rondcirkelen. Mijn medesporters en ik vonden het een mooi gezicht en we zwaaiden. Wel vroegen we ons af waarom de helicopter in dit gebied bleef cirkelen. Dat werd even later duidelijk.

Een vriend van ons was gaan wandelen terwijl wij aan het zwemmen waren en bij een strandje iets verderop zag hij een leeg bootje op het zand liggen met wat lege jerrycans ernaast. Er waren voetstappen te zien vanaf het bootje, landinwaarts. Het waren de voetstappen van vluchtelingen uit Venezuela.

Terwijl ik in het water zwom en genoot van de zonsopgang werden zij door de kustwacht opgejaagd. Later hoorden we dat er in ieder geval drie waren opgepakt en in de gevangenis waren gezet. De anderen zullen zich in het desolate landschap van zuid Aruba hebben verstopt. Ze hebben in het donker, in een klein bootje, een overtocht gemaakt van 26 kilometer over een ruige zee. Ze hebben daarna, gedeeltelijk ook in het donker, door een onbekend gebied met allerlei cactussen en stekelbossen gelopen, opgejaagd door het zoeklicht van de kustwacht. En al eerder daarvoor hebben ze alles achter zich gelaten in de hoop te kunnen overleven.

Als ik nu een helicopter zie zwaai ik niet meer. Ik vouw dan mijn handen en mijn hart huilt.

Foto: Wikipedia

012 – Honderdnegentig stuks

In Aruba worden er ieder jaar in november en december ayaca’s gemaakt. Dit zijn pakketjes van maismeel, kip en groenten, verpakt in bananenbladeren, een traditioneel Venezolaans en Antilliaans kerstgerecht. Gemeenteleden van één van de kerken waar wij contact mee hebben maken ze dit met elkaar. Dat is nodig, want het kerkgebouw, wat een oud huisje is dat al meerdere keren aangepast is, barst uit zijn voegen en is nodig toe aan een opknapbeurt. Deze kerk organiseert ook iedere zaterdagavond een jeugdclub, haalt iedere zondagochtend kinderen op uit San Nicolas en is van plan om een naschoolse opvang te starten, zodat alleenstaande moeders kunnen gaan of blijven werken.

Soms worden er op zondagochtend tijdens de dienst meer dan 25 kinderen met begeleiders in een kamertje gepropt dat de helft zo groot is als onze woonkamer was in Nederland. Het gaat allemaal precies, maar eerlijk is eerlijk, ideaal is anders. En dus zijn een aantal volwassenen in de gemeente opgestaan om te helpen fondsenwerven. Het is werkelijk hartverwarmend om te zien hoe dat gaat. Over elkaars handen en voeten zijn gesproken. Iedereen doet wat. 

Hanneke en ik werden uitgenodigd om te komen helpen met het maken van ayaca’s. We hadden ze al geproefd en waren enthousiast geworden om meer over het maken van ayaca’s te leren. Aangekomen in de kerk stond de worship muziek al luid aan en werden we ingeschoven in een lopende band van mensen. Iedereen voerde zijn eigen taak uit. Zo leerde ik precies hoe groot een balletje maismeel moet zijn en hoe het geplet moet worden. Mijn buurvrouw rolde het vervolgens nog preciezer uit. Haar buurvrouw deed een exacte hoeveelheid gekruide kip op het deeg en Hanneke, die daarnaast zat, duwde op specifieke plekken rozijnen, cashewnoten, kappertjes en olijven in de kip. Daarna werd het pakketje deeg netjes opgevouwen en ingepakt in twee bananenbladeren, waarna het met touwtjes tot een mooi pakketje werd gebonden. Honderdnegentig stuks was de score aan het einde van avond. Hard werken op zondagavond. Maar zo gezellig!

011 – Knutselworship

Als YWAM-basis hebben we iedere week worship op dinsdag en intercession (bidden voor anderen) op vrijdag. Dat zijn bijzondere momenten. We zitten met iedereen samen in de woonkamer en geven samen God de eer die Hem toekomt. Ook bidden we voor individuele mensen, groepen, gebieden en landen die dat nodig hebben. Vaak merken we dat de onderwerpen waarvoor we mogen bidden heel specifiek door God worden aangewezen. Op deze manier kunnen we ook op afstand tot zegen zijn voor anderen.

Afgelopen week was het Emilia’s beurt om intercession te organiseren. Zij bedacht dat we aan God konden vragen om ons mensen aan te wijzen voor wie we een kerstster of -kaart konden maken. Er werd worship opgezet en terwijl de muziek door de kamer klonk waren we allemaal op onze eigen manier bezig met knutselen en bidden. De kinderen werden tussendoor geholpen en af en toe kwamen er leuke nieuwe ideeën voorbij die we meteen konden uitvoeren. Wat heerlijk ontspannen om zo samen tot God’s eer en tot zegen voor de mensen om ons heen te kunnen bidden, zingen en knutselen. Dat was nog eens fijne knutselworship!

010 – Shower on wheels

Soms kom je mensen tegen waarvan je meteen weet dat ze met hun hele hart Jezus volgen. Zo bijzonder! Francis is zo’n man. Hij wilde ooit een Discipelschap Training School doen bij YWAM in Amsterdam, maar door omstandigheden kreeg hij het niet voor elkaar. Dus besloot hij “Lean On Me Aruba Foundation” op te richten en hands-on bezig te gaan om mensen te helpen. Dat lukte en behalve dat God hem met allerlei mensen in contact bracht, bleef hij in het proces van het ontwikkelen van zijn stichting ook steeds luisteren naar de ideeën die God hem ingaf. Op een dag hoorde hij God tegen hem zeggen: “shower on wheels”, dus hij regelde een aanhangwagen, een toilet cabine, een watertank en een generator. Een vriend hielp hem om alles netjes op de aanhangwagen te bouwen, en ziedaar: Shower on wheels was geboren. Nu rijdt Francis iedere week langs verschillende plekken waar daklozen komen. Ze kunnen zich dan douchen, krijgen schone kleren en kunnen zelfs hun haar laten knippen. Ik heb hem aan het werk gezien en het is een feestje. De mensen zijn zo blij. Wat een goed idee en wat een gehoorzaamheid om dit idee direct uit te voeren. Binnenkort hoop ik Francis op een andere plek aan het werk te zien. Hij heeft al aangegeven dat hij graag met ons samenwerkt en het fijn vindt om niet alleen praktisch iets te bieden, maar dat hij ook graag met mensen in gesprek raakt om over Jezus te vertellen. Daar kan ik me alleen maar van harte bij aansluiten.

009 – Mama Sandra

Afgelopen zaterdag mocht ik met pastora Sandra, of mama Sandra zoals ze genoemd wordt, op stap om eten rond te brengen in the Village. Achter in de 70 is ze en ze zorgt al tien jaar onafgebroken voor de minderbedeelden. De eerste zeven jaar was ze te vinden in Rancho, een achterstandswijk in Oranjestad. De laatste drie jaren houdt ze zich op in San Nicolas, eerst op een straathoek, nu in the Hub. 

Met haar woorden “you come” werd ik deze keer uitverkoren om met haar mee te gaan. Ik had geen keus of het me uitkwam of niet, het was besloten en zou worden uitgevoerd. Ik regelde dat mijn gasten, die met mij meegereden waren, door Sean teruggebracht zouden worden en vouwde me in de volgeladen auto van mama Sandra. Haar niet al te grote auto was volgestouwd met pan (brood), sòpi (soep), cuminda cayente (een warme maaltijd) in kartonnen bakjes en juice (veel te zoete ice-tea). Eenmaal onderweg stel ik haar wat vragen. In korte zinnen probeert ze een zo duidelijk mogelijk antwoord te geven in het beetje Engels dat ze kent. Ze spreekt voornamelijk Spaans en Papiamento. Niet al te handig voor mij, want hoewel ik mijn best doe om Papiamento en Spaans te leren, blijf ik voor een normaal gesprek toch echt nog steken in Engels en Nederlands. Maar ze geeft niet op en vertelt dat ze met 34 vrouwen contact heeft die in de prostitutie werken. Iedere week eet ze met deze vrouwen en luistert ze naar hun verhalen. 

Aangekomen bij de eerste huizen, vraagt ze me wat van het eten en drinken naar binnen te brengen en voor de bewoners te bidden. Ik doe het met liefde. De huisjes zijn met recht klein te noemen en sommige zijn nauwelijks bewoonbaar. Maar de mensen zijn vriendelijk en heel dankbaar, zowel voor het eten als het bidden. In één van de huizen zijn een paar mensen bedlegerig. Ik neem even tijd voor ze. Wanneer ik weer buiten kom is mama Sandra verdwenen, dus ik besluit op de gok een straat verder te kijken. Daar vind ik de auto terug, maar van mama Sandra zelf geen spoor. Een aardige buurvrouw wijst me de weg, ik vind haar terug bij een oma met een klein kindje op de arm. Terwijl we nog staan te praten, komt een jonge vrouw ons halen. Ze vraagt of we eten voor haar en haar vijf kinderen hebben. Helaas is al het eten op. Mama Sandra blijkt haar te kennen en loopt met haar mee naar haar huis om de kinderen te begroeten. Ik volg. Bij het huisje aangekomen komen alle kinderen de straat oplopen. Mama Sandra vraagt of ik voor haar en het gezin kan bidden. Het is nodig, zij hebben geen eten en mama Sandra heeft niet genoeg geld om eten voor het gezin te kopen. Ze wil graag voor ze zorgen, maar dat kan nu niet. Vader is verslaafd aan alcohol en drugs en slaat zijn vrouw en kinderen als hij thuis is. Ik vraag de kinderen om dicht bij ons te komen staan. Zo, midden op straat bid ik voor hen allemaal. Moeder en één van de kleine kinderen huilen stille tranen. 

We zijn klaar. Met een gebroken hart voor dit gezin stap ik weer in de auto. Op de terugweg bidden we hardop nog wat woorden. We rijden langs een aantal vrouwen in veel te kleine portieken. Mama Sandra heeft een vriendelijk woord voor hen allemaal. Bij terugkomst geef ik mama Sandra een dikke knuffel. Huilend rij ik terug naar huis.

Aanvulling: Kort na het schrijven van deze blog kreeg ik het bericht dat mama Sandra is overleden. Wat zal het feest zijn in de hemel.