In Aruba worden er ieder jaar in november en december ayaca’s gemaakt. Dit zijn pakketjes van maismeel, kip en groenten, verpakt in bananenbladeren, een traditioneel Venezolaans en Antilliaans kerstgerecht. Gemeenteleden van één van de kerken waar wij contact mee hebben maken ze dit met elkaar. Dat is nodig, want het kerkgebouw, wat een oud huisje is dat al meerdere keren aangepast is, barst uit zijn voegen en is nodig toe aan een opknapbeurt. Deze kerk organiseert ook iedere zaterdagavond een jeugdclub, haalt iedere zondagochtend kinderen op uit San Nicolas en is van plan om een naschoolse opvang te starten, zodat alleenstaande moeders kunnen gaan of blijven werken.
Soms worden er op zondagochtend tijdens de dienst meer dan 25 kinderen met begeleiders in een kamertje gepropt dat de helft zo groot is als onze woonkamer was in Nederland. Het gaat allemaal precies, maar eerlijk is eerlijk, ideaal is anders. En dus zijn een aantal volwassenen in de gemeente opgestaan om te helpen fondsenwerven. Het is werkelijk hartverwarmend om te zien hoe dat gaat. Over elkaars handen en voeten zijn gesproken. Iedereen doet wat.
Hanneke en ik werden uitgenodigd om te komen helpen met het maken van ayaca’s. We hadden ze al geproefd en waren enthousiast geworden om meer over het maken van ayaca’s te leren. Aangekomen in de kerk stond de worship muziek al luid aan en werden we ingeschoven in een lopende band van mensen. Iedereen voerde zijn eigen taak uit. Zo leerde ik precies hoe groot een balletje maismeel moet zijn en hoe het geplet moet worden. Mijn buurvrouw rolde het vervolgens nog preciezer uit. Haar buurvrouw deed een exacte hoeveelheid gekruide kip op het deeg en Hanneke, die daarnaast zat, duwde op specifieke plekken rozijnen, cashewnoten, kappertjes en olijven in de kip. Daarna werd het pakketje deeg netjes opgevouwen en ingepakt in twee bananenbladeren, waarna het met touwtjes tot een mooi pakketje werd gebonden. Honderdnegentig stuks was de score aan het einde van avond. Hard werken op zondagavond. Maar zo gezellig!