031 – Aan God de oogst

Eén van de moeilijke dingen van het leven op een Caribisch eiland is dat mensen niet alleen komen, maar vooral ook weer gaan. We genieten er erg van dat we regelmatig nieuwe gasten mogen verwelkomen in Aruba. Soms blijven ze voor een paar dagen, soms voor een paar weken en een enkele keer voor een paar maanden tot een jaar. Maar er zijn weinig mensen die langer blijven hangen. Gelukkig is het prachtig om in deze regelmatige chaos van komen en gaan steeds opnieuw te mogen ontdekken dat de zaadjes die mensen hier planten blijven als zij zelf weer vertrekken. 

Zo was er hier een studente die tijdens haar outreach voor de Discipelschap Training School met mij mee ging op de bus om eten rond te brengen aan de arme families. Toen we bij één van de gezinnen aan de deur kwamen, zei de oudste dochter van het gezin tegen haar dat ze mooi was. De studente bedankte haar en vertelde dit meisje dat zij haar juist mooi vond. Het meisje groeide zichtbaar van deze opmerking en sindsdien merk ik dat ze meer haar best doet om zichzelf goed te verzorgen. Wat mooi om te zien dat één opmerking van een wildvreemde zo’n groot positief effect kan hebben.

Toch zijn de effecten soms ook niet direct zichtbaar. Vrienden van ons hebben ontzettend veel geïnvesteerd in de Arubaanse samenleving. Ze hebben op alle mogelijke manieren bijgedragen geleverd aan verschillende kerkengemeenschappen, hun werk en het vrijwilligerswerk dat ze met passie deden. Ondanks hun gepassioneerde inzet zagen ze daarbij keer op keer bitter weinig effect. Zo zelfs, dat ze uiteindelijk besloten om Aruba te verlaten. Voor hun een heftige conclusie met grote gevolgen, voor ons weer een pittig afscheid. 

Onwillekeurig komt in zo’n situatie de vraag bij mij boven: heeft het wel zin om je steeds opnieuw in te zetten om met al die mensen relaties op te bouwen? Als iedereen toch weer vertrekt, wat is dan de waarde van deze investering? Het enige wat na weer een afscheid over lijkt te blijven is verlies. Maar vandaag realiseerde ik me iets. Als ik me steeds focus op wat zichtbaar is voor mij, gaat mijn aandacht dan wel werkelijk uit naar de mensen met wie ik te maken heb? Of ben ik dan druk met de resultaten die ik nodig vind? Ik denk dat ik het antwoord wel ken. Het mooie van afscheid nemen is dat er kennelijk iets is ontstaan waarvan afscheid nemen de moeite waard is. En dus is er meer geplant dan ik kan zien. Aan God de oogst.

Photo by Jorien Loman on Unsplash

030 – Koffie met de Heer

Mijn vriend Angelo en ik spreken regelmatig af om samen koffie te drinken. Het is een wederzijds genoegen waar we soms tegenop zien, maar ook altijd naar uitkijken. Het ertegen opzien heeft overigens niks met Angelo te maken, of met mij. Maar uit dit koffiedrinken in een koffietentje of bij een smoothie bar langs de kant van de weg komt altijd extra werk voort. 

Iedere keer dat we afspreken komen we, geleid door de Heilige Geest, ook bijzondere mensen tegen. Soms is dat gewoon voor een praatje of om even kennis te maken, maar veel vaker gaat het om gebroken mensen die serieuze problemen hebben. Dan zitten we opeens aan een picknicktafel te bidden met een volslagen vreemde, vragend aan God om weer een wonder te doen en Zijn verschil te maken in iemands leven. 

Zo’n ontmoeting heeft impact, niet alleen voor de mensen die we ontmoeten, maar zeker ook voor Angelo en voor mij. Hoe kan het dat het nu al meer dan twintig keer, iedere keer weer raak is en iedere keer weer bijzondere taferelen oplevert? We hoeven er werkelijk niks voor te doen, alleen af te spreken en samen koffie te gaan drinken. We kunnen na al die keren maar één conclusie trekken. Als we koffie gaan drinken, drinken we de koffie niet met z’n tweeën. We drinken koffie met de Heer.

Photo by Kelly Sikkema on Unsplash

029 – Chronic

Ik heb een bijzondere vriend. Na jarenlang in het criminele circuit te hebben rondgewandeld, heeft hij zich inmiddels meer dan tien jaar geleden radicaal omgekeerd naar de Heer. Hoewel dit gedeelte van zijn verhaal op zichzelf al bijzonder is, wordt het daarna nog meer bijzonder. Mijn vriend is namelijk films gaan produceren. We hebben het dan niet over amateurmateriaal, maar over echte professionele bioscoopwaardige speelfilms. Iedere twee jaar brengt hij er eentje uit rond een maatschappelijk thema in Aruba. Iedere keer kost het hem alles, maar hij weet zich geroepen om dit te doen dus hij gaat er gewoon mee door.

Dit jaar kwam zijn film Chronic uit. Een melodramatische actiefilm waarin de Arubaanse intergenerationele problematiek heel direct, maar ook met humor wordt weergegeven. Mensenhandel, misbruik, ongezonde familiestructuren, criminaliteit en corruptie vinden hun weg naar het beeld. Wat heb ik een diep respect voor mijn vriend, die als selfmade missionary precies datgene aanstipt wat chronisch misgaat in de Arubaanse samenleving. Ga er maar aanstaan om, zoals de profeten deden, steeds opnieuw een richtsnoer aan te brengen in een samenleving die continu scheefloopt. 

Tijdens het filmen komen er iedere keer weer acteurs tot geloof. De productie levert voor hen niet alleen een waardevolle oefening op in acteerwerk, maar ook behoud tot leven. De dubbele impact ten spijt blijft mijn vriend na elke film weer met schulden achter. Wat een offer om niks te hebben en alles te blijven geven. God gebruikt soms een onconventionele Simson om zijn plan uit te voeren en letterlijk kracht bij te zetten. Ik bid dat er nog veel films mogen volgen.

028 – Opwekking

De laatste weken lijken er op een aantal vlakken doorbraken te zijn in onze ministry. Zo werd het mogelijk voor ons om samen met vrienden van ons de Marriage Course te geven. Ook mochten we weer een outreach team ontvangen en organiseren we dit jaar voor de tweede keer een Marriage Couples Night en een Bible Summer School. Dit zijn allemaal activiteiten waarvan we hoopten dat we die (opnieuw) konden gaan uitvoeren. Wat een zegen dat dit kan en dat de voorbereidingen daarvan goed lijken te gaan.

Maar als klap op de vuurpijl zien we dat de ministry in San Nicolas, Cas di Restauracion, flink aan het groeien is en dat verschillende kerken zich nu achter dit initiatief willen scharen. Wat eerst begon met Mama Sandra (zie blog 009), begint zich nu te ontwikkelen als een initiatief door en voor de community. Iets wat in de afgelopen jaren onmogelijk leek in Aruba, gebeurt nu echt. Organisaties werken belangeloos samen en wat nog meer bijzonder is, kerkelijke gemeenten zijn bereid het verleden los te laten en zich samen te verootmoedigen voor God.

In twee bijeenkomsten met pastors en leiders van verschillende kerken in San Nicolas mochten we ervaren dat zij werkelijk willen doen waar God ons allemaal toe roept; zorg voor “de weduwen en wezen”. Verschillende inzichten en verschillende kerkelijk culturen zijn voor deze herders niet langer bepalend. Ze willen zich focussen op Jezus en zich van daaruit inzetten voor hun directe naasten. Niet door binnen vier muren te blijven preken over hoe het moet, maar door naar buiten te gaan, de mouwen op te stropen, samen te werken en elkaar aan te vullen als lichaam van Christus. En ik? Ik sta erbij en kijk ernaar, vol verwondering over de nieuwe dingen die hier gebeuren, onder de indruk van de stille revolutie die God aan het ontketenen is. 

Zondag is het Pinksteren. Dan vieren we de uitstorting van de Heilige Geest. In Nederland is er Opwekking. In Aruba komen zeven (!) kerkelijke gemeenten bijeen om samen vergeving te vragen voor wat was, Gods naam boven alles groot te maken en onder leiding van de Heilige Geest een nieuw begin te verwachten. Ik kijk ernaar uit!

027 – De eerste horde

Als je in een ander land aan het werk gaat, zijn er veel hordes te nemen. Hoewel ik daar soms wel over nadacht toen onze vrienden in Zuid-Afrika aan het werk waren, realiseerde ik me toen niet half wat dit voor hen betekend moet hebben. En nu wij hier in Aruba aan het werk zijn, ga ik nog vaak aan de impact voorbij van alles wat veranderd is. Ik houd van werken en geniet van resultaat. Dus mijn natuurlijke inzet is om positieve verandering teweeg te brengen. Maar dat gaat hier niet. Niet als je van buiten komt, niet als je de cultuur niet voldoende kent, niet als je niet de juiste relaties en contacten hebt. Zonder dat we het wisten zijn we veel te hard aan het werk geweest om toch al die positieve resultaten te boeken. We hadden een plantje geplant en die moest en zou groeien. We zetten het plantje in de juiste grond, we gaven het genoeg water en we zorgden voor een beetje extra pokon. We trokken nog net niet de plant uit de grond, maar keken wel iedere dag of er al groei zichtbaar was. 

Deze week hadden we overleg over hoe we de families in San Nicolas het beste kunnen helpen. Midden onder het overleg vroeg een goede vriend aan mij: “Waarom zei je in de afgelopen maanden steeds dat we moesten wachten zonder actie te ondernemen en kunnen we nu wel actie komen?” Deze vraag zette me aan het denken. Ik had hem kunnen stellen aan andere mensen die hier iets wilden bereiken. Wat beweegt mij om niet meer aan het plantje te willen trekken? Ben ik nog wel gepassioneerd genoeg voor deze missie? Gelukkig kan ik die laatste vraag volmondig met “ja” beantwoorden. Maar wat houdt mij dan tegen? 

Het antwoord op die vraag kwam voor mij twee weken eerder. Tijdens coaching die Hanneke en ik ontvingen van twee ervaren YWAM-rotten; een echtpaar dat, met minimaal twintig mission-ervaringsjaren meer, weet hoe de hazen lopen. Tijdens dat gesprek vertelde ik hoe ik me werkelijk voelde onder bijna drie jaar opgesloten zitten op dit eiland en het gevoel hebben niet vooruit te komen. Eén van onze coaches stelde vervolgens de vraag: “Kan het zijn dat God jullie laat ervaren hoe het is om te leven als Arubaan?” Pfff, die kwam binnen. Ik wist het antwoord. Dat is precies wat er gebeurt. Vind ik het leuk? Absoluut niet! Maar is het nodig? Absoluut wel!

Het is belangrijk om te beseffen dat wij deze missie niet kunnen forceren, hoe graag we misschien ook vooruit willen komen. Dat geldt voor ons als uitgezonden mensen, maar dat geldt ook voor onze collega missionaries met wie we samenwerken en voor onze achterban. God is met een plan bezig en Hij weet wat Hij doet. Hij geeft ieder plantje precies de tijd die het nodig heeft om te groeien en te bloeien. Wij mogen klaar staan om te zaaien, te begieten en te oogsten. En dat gaat in Aruba nou eenmaal een beetje anders dan in de rest van de wereld. We moeten, ondanks onszelf, het proces lopen zoals God dat hier voor ogen heeft. We konden dat gelukkig ook uitleggen aan onze vriend. Ik hoop dat met dit blijvend besef in gedachten de eerste horde genomen is.

026 – Dorstig land

Dit weekend ben ik na een lange tijd een paar dagen vrij. Ik ben zelfs even van huis weggegaan en de rust van het even helemaal niks hoeven overweldigt me. Het even toekomen aan mezelf is een luxe die ik lange tijd niet heb gehad. Maar ik realiseer me ook dat het een luxe is die heel veel mensen nooit hebben. Dat is misschien wel één van de redenen dat ik het voor mezelf zo lang heb uitgesteld. De nood is hier zo hoog en er is zoveel te doen. Er kan zoveel anders, zoveel beter dan hoe het nu is. Dit stilzitten dwingt me om opnieuw te bedenken dat onze missie niet mijn project is, maar die van onze Opdrachtgever. Gelukkig maar! Ik hoef niet alles op te lossen. Toch laten de problemen in dit dorstige land me niet los.

Vanmorgen las ik in Amos 8 een stukje over dorst: 
11 Weet dat de dagen komen – spreekt God, de HEER – dat Ik het land zal laten hongeren. Het zal geen honger zijn naar brood of dorst naar water, maar naar de woorden van de HEER. 12 Het volk zal zwerven van de ene zee naar de andere, en dwalen van het noorden naar het oosten om de woorden van de HEER te zoeken, maar ze zullen die niet vinden. 13 Mooie meisjes en flinke jongens zullen op die dag van dorst bezwijken. 14 Zij die zweren bij de zonde van Samaria, bij de god van Dan en de pelgrimstocht naar Berseba, zij zullen vallen en niet meer opstaan.

Deze tekst raakte me tijdens het lezen. Hoewel ik best begrijp dat dit gedeelte geschreven is in een andere context, voel ik de nood hiervan dagelijks. Dit is precies wat er aan de hand is. In Aruba… en in grote delen van de wereld. En de meeste mensen herkennen hun dorst niet of denken het op te kunnen lossen met junkfood.

Aruba is een dorstig land. De droge grond weerspiegelt de harten van de mensen die hier thuishoren. Zoveel mensen voelen zich hier als de Samaritanen; niet erkend, niet gezien en niet gehoord in hun nood. Maar, ook al heeft Aruba een goede waterzuiveringsfabriek, water is hier lang niet voor iedereen vanzelfsprekend en Levend Water al helemaal niet. 

Laatst hoorde ik de uitspraak: “Òf je zult je geloof verkleinen tot het niveau van je ervaring, òf je staat God toe om je geloof te vergroten tot het niveau van Zijn beloften.” Willen jullie meebidden en -geloven dat onze Vader zijn Levend Water volledig zal uitstorten over Aruba?

Mescos cu e bina[1]

Mescos cu e bina ta sklama pa awa
Mi alma ta sklama na Bo
Abo so ta e deseo di mi alma
Y mi kier adora Bo so

Abo so ta mi escudo fiel
Y na Bo mi kier somete
Abo so ta e deseo di mi alma
Y mi kier adora Bo so


[1] Als een hert in Papiamento.

024 – Mama Judith

Ze is een bijzondere vrouw en een opvallende verschijning. Iedere zaterdag kom ik haar tegen in de Hub. Iedere zaterdag zit ze daar op een stoel met haar rug tegen de opengeslagen deur, hopend op een zuchtje wind van buiten. Binnen in de loods is het veel te warm en terwijl ik gutsend van het zweet het eten en drinken klaarzet om naar de families te brengen, maakt zij aardige en grappige opmerkingen naar mij en anderen. Vanaf de eerste keer dat ik haar zo aantrof vond ze het fijn als ik voor vertrek nog even voor haar bad. Na een paar keer begon ze er zelfs naar te vragen. Inmiddels hebben we geen woorden meer nodig daarvoor. Ik bid voor haar en daarna ga ik pas op weg naar de families.

Als ik, voordat ik ga nog tijd heb, schuif ik graag even naast haar op een stoel. Ik hoor dan de belangrijkste wetenswaardigheden van wat er gebeurt in San Nicolas en daarbuiten, en hoe we daarmee kunnen omgaan. Haar opmerkingen helpen mij om de wereld vanuit een ander perspectief te bezien, en daarvoor ben ik haar dankbaar!

Voor mij is het bijzonder dat mama Judith met al haar levenservaring graag accepteert dat er voor haar gebeden wordt. Zij is zelf namelijk ook een echte gebedsstrijder. Het mooie is dat zij daarbij denkt aan mensen waar anderen niet aan denken. Naast dat ze heel trouw voor haar kinderen bidt, komen ook steevast “the pilots and the co-pilots that are up in the air, and the captains of the ships on the ocean” voorbij. Wat een zegen dat er mensen zijn met genoeg levenservaring om de gaten op te vullen van waar ik en waarschijnlijk veel anderen niet aan denken. De Heilige Geest doet machtige dingen!

022 – Niet stoppen hoor!

“Bon dia.” Ze draait zich met een ruk om. “Bon dia, ik ken jou”, zegt ze. “Dat klopt, ik was hier vorige week ook”, weerkaats ik haar opmerking. Broodmager is ze. Ze is vrolijk en erg vluchtig in haar gedrag, maar tegelijkertijd zo aanwezig dat ze je niet kan ontgaan. Ondanks de scheve lach op haar gezicht is duidelijk te zien dat het niet goed met haar gaat. Oogcontact is er nauwelijks en het is moeilijk om te ontcijferen wat er precies in haar omgaat. Ze is niet echt fatsoenlijk gekleed, maar heeft wel haar best gedaan om met weinig kleding behoorlijk over te komen. “Hoe gaat het?” vraag ik aan haar. “Goed, goed”, antwoord ze en ze kijkt snel de andere kant op. “Hoe is het met jou, ook goed?” Ze wacht mijn antwoord niet af en loopt van me weg, de loods in van waaruit we werken. Ze weet niet goed hoe met mijn oprechte aandacht om te gaan en probeert de aandacht af te leiden. Of is ze werkelijk alweer afgeleid? Ik weet het niet. Twee seconden later staat ze met één van de vrouwelijke vrijwilligers te praten. Die heeft gelukkig goed door wat er aan de hand is en regelt zonder vragen te stellen extra kleding voor haar. Even later zakt ze dankbaar neer bij een kop soep en een broodje. Ondertussen praat ze honderduit over van alles en eigenlijk over niks. Op haar manier probeert ze contact te maken met de mensen om haar heen, de blikken van de verslaafde en vaak ook dakloze mannen negerend. Nadat ze haar eten op heeft blijft ze nog even hangen. Het is merkbaar dat ze de gezelligheid in de loods waardeert. Eén van de vrijwilligsters praat en bidt met haar. Dan heeft ze er genoeg van, staat met een zwier en een groet op en vertrekt. Waarheen weet niemand. Later die middag kom ik haar tegen in the Village. Ze komt midden over de weg naar me toegelopen, kijkt me recht aan en zegt: “Ik ben zo dankbaar voor wat jullie doen. Niet stoppen hoor.” Ze kijkt weg en is alweer op haar pad de wijk in.

Foto: onbekend

021 – Onder de oppervlakte

Toen wij ervoor kozen om voor langere tijd op missie te gaan naar Aruba, konden we niet voorzien hoe dat zou gaan. We gingen in het vertrouwen dat God wist waartoe Hij ons riep. Ik ben nog steeds vereerd dat Hij ons erop uit stuurde en tegelijkertijd ben ik ook zo dankbaar dat ik toen niet wist wat we tegen zouden komen. Leven op een tropisch eiland is in zichzelf een leuk gegeven. We krijgen vanuit onze achterban regelmatig opmerkingen hierover. Verschillende mensen zeggen: “Wat heerlijk, jullie kunnen elke dag naar het strand.” Of ze verzuchten: “Ik wou dat ik daar was en ook lekker kon genieten van de zon”. Het zijn begrijpelijke opmerkingen. Zeker als ze gemaakt worden vanuit een door grauwe wolken overtrokken koud land met meer regen dan zonneschijn. Toch is het goed om te beseffen dat leven in een andere cultuur geen zonvakantie is. Je moet je continu aanpassen aan andere gewoonten, gekke situaties waar je in verzeild kan raken en veel momenten waarop je rechtvaardigheidsgevoel getart wordt. Nu kun je zeggen: “Maar daar heb je toch zelf voor gekozen?” en je hebt gelijk, dat is ook zo. Wij hebben zelf de keuze gemaakt om op missie te gaan naar Aruba. Tegelijkertijd is het te eenvoudig gesteld om te veronderstellen dat met het maken van zo’n keuze alles maar leuk moet zijn.

Stel, je ontmoet de man (of vrouw) van je dromen en je houdt zielsveel van hem (haar). Dan heb je er toch alles voor over om diegene te volgen? Dan neem je daarbij alles voor lief. Maar het betekent niet dat alles makkelijk zal zijn, dat het hele leven vervolgens van een leien dakje gaat. Zo is het ook met missies. Ja, we leven hier op een zonovergoten eiland met een prachtig blauwgekleurde zee rondom. Maar de rauwe realiteit is dat, wat de toerist in die paar weken vakantie op dit One Happy Island ziet, geen weergave is van wat er werkelijk speelt; gebroken relaties, zware verslavingen, generationele misbruikpatronen, diepgewortelde corruptie en nog veel meer. Als je je blik niet afwendt naar de mooie stranden en de schitterende zee, dan kruipt de pijn van al die gebrokenheid gemakkelijk onder je huid. Zeker als de onrechtvaardigheid ook met enige regelmaat je eigen leven in komt lopen. Het is daarom maar goed dat we een Vader hebben op wie we ons kunnen richten. Zijn liefde is de zuurstof die we keihard nodig hebben om onder de oppervlakte van dit prachtige leven te kunnen blijven ademen.

Foto: Willem Poppe

020 – Wat een uitzicht!

Deze week hebben we vrienden uit Amerika op bezoek. Het stond op hun lijstje om de Hooiberg te beklimmen. Zaterdagochtend gingen we vroeg ons bed uit en net voor zonsopgang stonden we bovenop. Wat een uitzicht! Eén van onze gasten had zijn drone meegenomen om wat mooie foto’s en video’s te schieten. Terwijl hij zijn drone over het waterpark onderaan de Hooiberg vloog, benoemde hij dat het hem wel leuk leek om naar het waterpark te gaan. 

Een paar uur later waren we in San Nicolas om te helpen bij de Hub. Hij raakte daar in gesprek met een andere vrijwilliger. Zij bleek de eigenaar van het waterpark te kennen. Lang verhaal kort; de eigenaar was geïnteresseerd in de videobeelden en een dag later konden wij met zes mensen gratis genieten van het waterpark. 

Afgelopen zondag gingen we ’s ochtends naar de kerk. De pastor sprak over hoe we alles aan God mogen vragen en dat we er dan ook op mogen vertrouwen dat Hij geeft wat wij nodig hebben. Aan het einde van de bijeenkomst hadden we stil gebed. Ik vroeg aan God waarom het zolang duurt voordat we kunnen tekenen voor ons huis. Tijdens het gebed kreeg ik de gedachte: “deze week”. Ik merkte dat ik de gedachte op basis van verschillende teleurstellingen in de afgelopen tijd heel snel afdeed met: “het zal wel”, en na het gebed weer overging tot de orde van de dag. Maar op maandag kregen we bericht van de notaris dat zij alle papieren heeft verzameld en we op korte termijn een afspraak krijgen om te tekenen. Wat een uitzicht!

Vandaag had ik een counselingsgesprek met een mevrouw. Ze vertelde me wat ze allemaal heeft meegemaakt. Het was om stil van te worden. Ook nu nog ziet haar situatie er beroerd en uitzichtloos uit. Ik sprak met haar over hoe onze Vader nooit loslaat en met ons mee wil lopen in alle omstandigheden. Zij vertelde mij over hoe ze weet dat haar Vader tot haar spreekt en haar in iedere situatie laat weten wat ze mag doen. Ze houdt haar ogen steeds op Hem gericht en gaat in vertrouwen door, ondanks alles. Wat een uitzicht!