Inmiddels hebben we aardig wat relaties opgebouwd in San Nicolas. Daar hebben we ook echt op geïnvesteerd. We namen altijd de tijd voor een praatje, stelden specifieke vragen over de situatie waarin mensen zich bevonden en maakten gebruik van elke mogelijkheid dat we konden helpen. We baden met iedereen, brachten hun noden voor God en vroegen aan Hem om hen te leiden en te zegenen. We brachten verjaardagstaarten en cadeautjes mee op verjaardagen. We beloofden weinig, leverden veel en we hadden duidelijke grenzen over wat we wel en niet konden doen voor de mensen, en we hielden ons hieraan. We communiceerden deze grenzen regelmatig als we vragen kregen of we op specifieke manieren konden helpen. Bij alles wat we deden, richtten we ons op de relaties zelf en deden we onze uiterste best om de mensen echt te zien.
Toen we begin dit jaar de voedseldistributie veranderden van wekelijkse warme maaltijden naar maandelijkse voedselpakketten, betekende dit dat we de families niet zo vaak zouden bezoeken als voorheen. Om deze overgang goed te laten verlopen namen we de tijd om de mensen te laten zien dat we net zo trouw waren als voorheen. We zijn niet in één keer overgestapt van wekelijkse naar maandelijkse bezoeken. Tussendoor bezocht ik de families extra, zodat ze wisten dat ik ze nog steeds in mijn gedachten had. Ik breng nog regelmatig extra bezoeken aan San Nicolas, gewoon om met mensen te verbinden en te bidden. Ik word altijd met open armen ontvangen, vooral door de kinderen. Vanaf het begin van onze bediening heb ik echt hard gewerkt om vooral met hen in contact te komen. Hun namen kennen, hun leeftijden, wat ze wel of niet leuk vinden en altijd de tijd nemen om ze te begroeten en in de ogen te kijken, zelfs als ik midden in een gesprek met een volwassene zit. Het is geweldig om te zien als de kinderen weer beginnen te lachen als wij er zijn.
Afgelopen vrijdag bracht ik weer de maandelijkse voedselpakketten. Toen we bij het huis kwamen van een gezin met kinderen, kwam één van de kleine meisjes naar onze bus rennen terwijl ze vrolijk: “Saturday, Saturday!” naar me riep. Het verraste me dat ze me Saturday noemde, vooral omdat ze mijn naam kent. Maar toen realiseerde ik me dat ik eerder altijd langskwam op zaterdag. Wat mooi dat mijn komst door haar gelinkt werd aan de dag waarop ik altijd bij haar thuis kwam. En wat een eer om op deze manier een mooie bijnaam te krijgen. I am Saturday!
Photo by Michael Mims on Unsplash.