Wat kunnen mensen toch diepe indruk op je maken. Tijdens ons bezoek aan Aruba was ik[1] in de gelegenheid om Bethel[2] te bezoeken. Een eenvoudig complex opgezet en geleid door Irene, een vrouw van ongeveer mijn leeftijd. Zelf was ze ooit in Nederland jaren verslaafd geweest, maar God had haar gered op een wonderlijke manier. Haar bevrijding leidde naar een onvoorwaardelijke liefde voor mensen aan de hopeloze kant van het leven; verslaafden in het armste deel van Aruba; San Nicolas.
Irene biedt hun onderdak, eten en herstel van verslaving aan. Dat dit moeizaam gaat, begrijpt iedereen. Maar hoe strikt ze ook is, haar liefde is er elke dag weer. Ze begint de dag om 3 uur in de ochtend om God te zoeken en te vragen om kracht. Al heel vroeg is ze paraat voor al haar bewoners. Met het weinige dat ze hebben, probeert ze een thuis te maken.
Is er iemand die niet verslaafd is, maar nergens hulp kan krijgen (bijvoorbeeld iemand met een ernstige ziekte), ook dan biedt ze thuis. Ze vertelde me dat ze bad om extra handen; het werk wordt haar na jaren te zwaar om dit zeven dagen per week te kunnen volhouden. Of ik mee wilde bidden. Dat doe ik. Maar omdat ik nog een week op Aruba was, kon ik het niet laten met de hand een toilettasje te maken om haar iets voor haarzélf te geven.
Iets persoonlijks van vrouw tot vrouw. Dit toilettasje werd met ontroering aangenomen. Ze vertelde dat ze het tussen haar kleren kon dragen, zodat ze haar daggeld daarin kon doen. Want ook al zijn haar bewoners haar dankbaar, stelen is zomaar gebeurd.
Ik bid nog steeds voor haar, want ze is zo moedig. Ze neemt risico’s en wijst al de mensen die onder haar dak komen op God die genade geeft en gelovig luísteren vraagt. Moge God haar en haar mensen zegenen.
[1] Dit gastblog is geschreven door de moeder van Erik, Elizabeth de Kievit – Dankuwel!
[2] Facebookpagina van Bethel